Labrador

Het karakter van de Labrador Retriever kan voornamelijk omschreven worden in termen zoals: zachtaardig, sociaal, lief, leergierig en intelligent. Door hun aanpassingsvermogen kunnen ze goed in een gezin leven. Zelfs kleine kinderen hoeven geen probleem te zijn. Door hun sociale karakter, leergierigheid en toewijding aan de baas kunnen ze veel kunstjes leren. Deze karaktertrekken maakt hen zo geschikt als hulphond.

Opvoeding
Ook al zijn Labrador Retrievers sociale en intelligente honden, ze moeten als pup wel opgevoed worden en dat kost tijd. Het gaat er vooral om dat de opvoeding op een vriendelijke en rustige manier gebeurt. Van een harde aanpak wordt de zachtaardige hond zenuwachtig en leert het niets.

Oorspronkelijk had de Labrador Retriever een zwarte vacht. Later ontstonden hieruit ook blonde, bruine of vosroodgekleurde Labradors. In de jaren 70 werd de blonde versie populair. Het duurde enkele jaren voordat de bruine variant ook populair en erkend werd. De bruine kleur werd voordien zelfs als een fout gezien. De korte dichte vacht heeft een waterafstotende onderlaag, waardoor hij na een duik in het water snel droogt.

Gemiddeld weegt een Labrador Retriever tussen de 25 en 35 kilo. De teefjes hebben een schofthoogte tussen de 54 en 56 cm. Bij de reuen ligt dit tussen de 55 en 57 cm. De Labrador Retriever is een typische werkhond en dat zie je terug aan hun lichaamsbouw met de stevige poten en brede borst. Hun schedel is vrij breed en de enigszins kleine oren liggen dicht tegen het hoofd. De snuit heeft een goed ontwikkeld reukorgaan. De iets toelopende staart is dicht behaard. Door de ronde vorm lijkt het op een otterstaart
Het gezicht met de doorgaans bruine ogen, heeft een vriendelijke uitstraling, passend bij het karakter.

De korte dichte vacht van de Labrador is makkelijk om te verzorgen. Een paar keer in de week borstelen om de losse haren te verwijderen, is voldoende. Wanneer ze in erg vies water hebben gezwommen kan je de vacht schoonvegen met een vochtige doek of schoonspoelen met water. Als je hond extreem vies is kun je overwegen een beetje speciale hondenshampoo te gebruiken.

Net zoals veel andere honden houdt ook de Labrador Retriever van kauwen en knagen. Een knaagbot kan voorkomen dat hij aan meubels gaat knabbelen.

De Labrador Retriever is van oorsprong een energieke jachthond, beweging is dus heel belangrijk. Ondanks deze dringende behoefte aan beweging, doet de hond dat niet uit zichzelf als hij alleen is. Hij doet dat bij voorkeur met zijn baas samen. Drie keer per dag minimaal een half uur is net aan voldoende om zijn energie kwijt te kunnen. Als er onvoldoende bewogen wordt raakt de Labrador Retriever in huis erg druk of verveeld en dat kan tot vernielzucht leiden. Voldoende bewegen is ook van belang met het oog op zijn neiging tot overgewicht.

De gezondheid van dit ras is goed, al komen erfelijke oogaandoeningen en elleboogdysplasie wel voor. Ook heupdysplasie (HD) komt voor. Je kunt in dat geval de hond helpen door al in de groeifase, het lichaam zo min mogelijk te belasten. Belastende activiteiten zijn bijvoorbeeld traplopen, langdurig rennen en in en uit de auto springen. De hond zal wel zijn energie kwijt moeten. Daarom wordt zwemmen als niet belastende activiteit aangeraden.

Overgewicht
Labrador Retrievers blijven dooreten. Ze stoppen niet uit zichzelf. Ook niet als ze er ziek van worden. De neiging tot overgewicht is daardoor groot bij dit hondenras. Het is aan jou als baasje om hier op te letten. Het beste is om een paar keer per dag een afgemeten hoeveelheid voer neer te zetten.